De verkiezingsuitslagen van de laatste jaren laten zien dat het CDA terrein verliest in de grote steden. En zonder een stevige basis in stedelijke gebieden is het onmogelijk om een grote factor te blijven in de lokale, stedelijke, provinciale en landelijke politiek.
Vanuit het landelijk partijbestuur wordt hier al aandacht aan besteed door het zogenaamde stedennetwerk. Het bestuur van het CDA Gelderland heeft gemeend dit thema ook provinciaal te moeten oppakken door een bestuurslid met aandachtsgebied stedelijke gebieden toe te voegen aan het bestuur. Het bestuur heeft mij gevraagd dat op te pakken. Een mooie toevoeging hierbij is dat ik daarnaast fractievoorzitter ben van een van de 100.000+ gemeenten in Gelderland (Apeldoorn).
Onze stedelijke gebieden zijn erg divers van grootte, Nijmegen als grootste en Doesburg als kleinste. Van de 8 in Gelderland benoemde steden zijn we, als CDA, behalve in Doetinchem nergens meer de grootste. Elke stad en elk gebied heeft een eigen opgave en de stedelijke gebieden moeten vooral beoordeeld worden op de vraagstukken die daar leven. Maar dat betekent niet dat we elkaar niet kunnen versterken, vooral door van elkaar te leren en elkaars successen te gebruiken.
Daarom wil ik de komende jaren de CDA-ers in de stedelijke gebieden meer met elkaar verbinden.
Het plan is om in ieder geval de volgende activiteiten te ondernemen:
1. ontmoeting van de stedelijke CDA-fracties en besturen. Centraal staat daar het delen van successen en het elkaar leren kennen.
2. in samenwerking met het Steenkamp-instituut masterclasses ontwikkelen voor CDA-raadsleden en bestuursleden op diverse thema’s.
3. het gezamenlijk onderkennen van stedelijke thema’s die voor het CDA belangrijk zijn (een stedelijke agenda).
Dit artikel is ook verschenen op de website van het CDA Gelderland