Op donderdag 20 juni werd de Voorjaarsnota behandeld in de Apeldoornse gemeenteraad. In de Voorjaarsnota worden de kaders voor het opstellen van de jaarlijkse begroting geformuleerd. Ik sprak bij de algemene beschouwingen voor de Voorjaarsnota de volgende tekst uit:
Een voorjaarsnota met twee gezichten.
En dat in onrustige tijden. We zien totaal verschillende verkiezingsuitslagen in een paar maanden tijd. De politieke arena lijkt meer en meer op een woordenstrijd tussen flanken op links en rechts. In alle heftigheid lijkt het gewone midden wel oorverdovend stil.
Er is in slechts enkele decennia veel veranderd. Want met de teloorgang van geloof en kerk als samenbinder gaan mensen op zoek naar nieuwe ankerpunten. Er ontstaan nieuwe, scherpere scheidslijnen. We zien die scheidslijnen op diverse terreinen terug: sociaal-economisch door grotere inkomensverschillen, botsing van ideeën over immigratie en duurzaamheid, onderwijsachterstanden, traditie vs. toekomstgeloof.
We zien als reactie veel overheden driftig op zoek gaan naar allerlei vormen van burgerparticipatie. Wat ons betreft begint het bij leiderschap. Het goede en integere voorbeeld geven, fatsoenlijk met elkaar omgaan, dichtbij mensen staan en strijden voor onze inwoners. Een politicus moet bezwaren en zorgen benoemen, maar bovenal ook hoop en perspectief bieden.
Laten we met dit in het achterhoofd kijken naar welke initiatieven de overheid in deze context moet oppakken. Het CDA Apeldoorn ziet vier belangrijke onderwerpen voor de komende jaren:
1. Ervoor zorgen dat iedereen de energietransitie mee kan maken. De gemeente scoort goed in de maatregelen voor de klimaatopgave en de energietransitie, zo blijkt uit een rapport van het Gelders Energieakkoord. We zijn blij met dat signaal, ook al zijn we er nog niet. Vooral in het mogelijk maken van de energietransitie voor lage- en middeninkomens. Als onze bewoners de energietransitie niet mee kunnen maken – ook financieel – dan gaat het de Apeldoornse samenleving niet lukken. We roepen het college op hiervoor met ideeën naar de raad te komen. We overwegen hiervoor een motie in te dienen.
2. We zien dat er veel te veel jongeren professionele hulp nodig lijken te hebben. De kernvraag is: hoe komt dat? Verwachten wij, samenleving, onderwijs en ouders, niet te veel van de ontwikkeling van een kind? En labelen we niet te veel kinderen die ‘iets’ hebben? Ouders voelen druk om hulp te zoeken voor een kind met lichte problemen. Terwijl ons ideaal toch moet zijn om alleen hulp te bieden als het echt nodig is. Voordat we een discussie voeren over financiering, zou ik graag hierover het debat met u voeren. We hebben naar ons gevoel nog geen goed evenwicht bereikt tussen zelfredzaamheid en noodzakelijke professionele hulp.
Dat komt in onze opinie mede omdat we de deur te veel hebben opengezet. Het KPMG-rapport legt de vinger op de zere plek. Maar laten we niet alleen somberen: de transitie vanaf 2015 heeft de samenleving ook veel gebracht. Ik noem bijvoorbeeld wijkteams, waar getracht wordt om de samenwerking tussen instellingen goed vorm te geven.
Maar zorg is een verdienmodel geworden. Een zorgbedrijf gaat op zoek naar klanten, naar omzet. Daar is op zich niks mis mee. Maar het vereist zorgvuldige beoordeling van wat nodig is en wat niet. Als dat moeilijk gaat, is het dan gek dat er meer zorgvragers komen? En wat vinden wij eigenlijk van zorgbedrijven die forse winsten boeken? Er zijn gemeenten die daar paal en perk aan stellen.
Is het bijvoorbeeld ook nodig dat de gemeente 400 zorgaanbieders op de lijst heeft staan? Hoe is alles goed te controleren, en hoe voorkom je dat je aan bureaucratie ten onder gaat? Wij willen niet af van keuzevrijheid. Keuzevrijheid zit niet in aantallen, maar in een breed aanbod van type zorg. En ja, keuze op basis van identiteit moet blijven.
Wij zien voor ons dat de gemeente als geldverstrekker zelf haar zorgaanbieders selecteert en met hen een vooraf vastgesteld pakket van zorg en financiën afspreken. Ja, budgetplafond zou geen vies woord moeten zijn. Kortom, een goed overwogen marktordening in de zorg is ook in Apeldoorn op zijn plaats. Achteraf gezien heeft de gemeente dat te weinig gedaan.
3. Het echt werk maken van een samenleving waarin iedereen mee mag doen. In gezinnen met problematische schulden komt het gewone leven vrijwel tot stilstand. En vooral jonge kinderen zijn daarin het meest kwetsbaar. Schuldhulpverlening kan dan perspectief bieden. Wij zijn bereid om ook naar onorthodoxe maatregelen te kijken, zoals het door de gemeente overnemen van schulden. Want in als je het pragmatisch bekijkt is het soms voor de gemeente voordeliger om de schulden over te nemen dan om er een jarenlang hulpverleningstraject op te zetten.
Het CDA Apeldoorn is net als Jantje Beton geschrokken van het gegeven dat steeds meer kinderen nooit buiten speelt. Een zorgelijke ontwikkeling. Het toont maar weer de noodzaak aan van een programma als Comfortabele Gezinsstad, wat heeft het bewegen van kinderen hoog op de prioriteitenlijst staan.
4. We staan in het kader van de Omgevingswet voor een belangrijke fase. Hoe gaan we ons ontwikkelen als stad, maar ook hoe gaan we dit als raad aansturen? Gaan we op hoofdlijnen zaken vastleggen of gaan we zaken gedetailleerd vastleggen? Een van de belangrijke vraagstukken is het vinden van een goede balans tussen het comfortabele gezinsstad zijn versus het voorzieningenniveau voor de vijftigers van nu.
—
We delen de ambitie van het college om de website Apeldoorn.nl te vernieuwen. Het betreft echter een forse investering. Om in de geest van het coalitieakkoord te blijven handelen, willen we ook graag de ontwikkeling van onze website met toeristische component samen met de stad op te pakken, ook in de financiering ervan. We overwegen hierover een motie.
Voorzitter, ik sprak al over een Voorjaarsnota met twee gezichten. Het gaat goed met Apeldoorn. De stad en de dorpen zijn levendig en ontwikkelen zich, het gaat economisch beter, er is minder werkloosheid.
Het andere gezicht is tweeledig: we maken ons zorgen om het beeld dat het de gemeente Apeldoorn veel te maken heeft met kostenoverschrijdingen. Wij komen daar bij de behandeling van de Jaarstukken op terug. Daarnaast ademt de Voorjaarsnota de onzekerheid over de zorg voor onze kinderen en medemens. We moeten als raad en college serieus aan de bak om een sluitende begroting voor de komende jaren te maken. Het college signaleert terecht dat nog niet zeker is of we dat gaan halen. Wat ons betreft zonder stijging van de lokale lasten.
We wensen het college en de organisatie Gods zegen toe bij hun werkzaamheden.